UBO-register: termijn voor hoorrecht verduidelijkt
De wet van 18 september 2017 vloeit voor uit een Europese richtlijn inzake
witwassen: de zogenaamde 4e AML-richtlijn. Die richtlijn verplicht de lidstaten
om maatregelen te nemen opdat:
op hun grondgebied opgerichte vennootschappen en andere juridische entiteiten
toereikende, accurate en actuele informatie over hun uiteindelijke begunstigden
zouden inwinnen en bijhouden; en
er een centraal register met informatie over de uiteindelijke begunstigden van
die entiteiten zou komen om de toegang tot die toereikende, accurate en actuele
informatie te vereenvoudigen.
In uitvoering van die richtlijn verplicht de Belgische wet de vennootschappen,
(internationale) vzws en stichtingen om informatie over hun uiteindelijke
begunstigden in te winnen en bij te houden. De bestuurders moeten die informatie
binnen de maand naar het UBO-register sturen.
De uiteindelijke begunstigden
De definitie van de uiteindelijke begunstigden hangt af van de aard van de
juridische entiteit. In een vennootschap zijn de uiteindelijke begunstigden:
in eerste instantie de natuurlijke personen die rechtstreeks of onrechtstreeks
een toereikend percentage van de stemrechten of van het eigendomsbelang in de
vennootschap hebben, met inbegrip van het aanhouden van aandelen aan toonder.
Meer dan 25% van de aandelen of van het kapitaal van de vennootschap bezitten,
geldt als een indicatie van een toereikend percentage van de stemrechten of van
het directe belang;.
de natuurlijke personen die zeggenschap hebben over de vennootschap via andere
middelen. Bijvoorbeeld via een aandeelhoudersovereenkomst;
ten slotte, wanneer geen van bovenstaande personen geïdentificeerd konden
worden: de natuurlijke personen die behoren tot het hoger leidinggevend
personeel..
Sancties
De wet van 18 september 2017 zegt dat bij inbreuken op de informatieplicht
inzake de uiteindelijke begunstigden er administratieve boetes kunnen worden
opgelegd. Die boetes kunnen gaan van 250 tot 50.000 euro en kunnen niet alleen
de bestuurders treffen, maar ook de leden van het directiecomité of, bij
ontstentenis van een directiecomité, de leden die deelnemen aan de effectieve
leiding..
In de regel wordt een boete pas opgelegd nadat de betrokkene een herinnering of
een kennisgeving met de vaststelling van een inbreuk heeft gekregen. U zal in de
praktijk dus geen boete krijgen bij een eerste vaststelling van een mogelijke
inbreuk. U hebt dan alsnog de gelegenheid om uw wettelijke informatieplicht te
vervullen en een boete te vermijden of u kan argumenteren waarom u die
verplichting niet bent nagekomen. Er was misschien een vergissing in het
spel.
Als informatieplichtige persoon kan u zich ook beroepen op uw recht om gehoord
of opgeroepen te worden. Tot voor kort was niet bepaald binnen welke termijn dat
moest gebeuren. Recent werd verduidelijkt dat dit binnen de maand moet gebeuren:
de betrokkene krijgt een termijn van 30 dagen na ontvangst van de kennisgeving
dat er een administratieve boete kan worden opgelegd om een vraag in te dienen
om gehoord of opgeroepen te worden..
Net als vroeger geeft de administratie er de voorkeur aan om de
informatieplichtige te horen via mail dus schriftelijk, op elektronische
wijze , maar als informatieplichtige kan u altijd vragen om toch mondeling
gehoord te worden.