Nieuwe EU-wet verplicht grote bedrijven om schending van mensenrechten en milieuschade te voorkomen

De Europese Unie heeft een belangrijke stap gezet om bedrijven verantwoordelijk te houden voor mensenrechten en milieuschade in hun gehele activiteitenketen. Dit gebeurt door middel van de Corporate Sustainability Due Diligence Directive (CSDDD), ook wel bekend als de Richtlijn passende zorgvuldigheid, die recent in het Europees publicatieblad is verschenen.

Wat houdt de nieuwe wet in?

De nieuwe regels verplichten grote bedrijven om actief schendingen van mensenrechten, sociale rechten en milieuwetgeving te voorkomen. Deze wetgeving is van toepassing op EU-bedrijven met meer dan 1.000 werknemers en een wereldwijde jaaromzet van meer dan €450 miljoen. Na een gefaseerde invoering geldt dit ook voor niet-EU-bedrijven die actief zijn in de EU, mits ze dezelfde drempels overschrijden.

Concreet moeten bedrijven onder de CSDDD de volgende stappen ondernemen:
  1. In kaart brengen en beoordelen: Bedrijven moeten zowel feitelijke als potentiële negatieve effecten op mensenrechten en het milieu identificeren en evalueren. Waar nodig moeten ze maatregelen nemen om deze effecten te voorkomen, te verminderen, te beëindigen of te minimaliseren.

  2. Herstel bieden: Bedrijven zijn verplicht om herstel te bieden voor daadwerkelijke negatieve effecten.

  3. Samenwerken met belanghebbenden: Bedrijven moeten zinvol samenwerken met belanghebbenden om hun verantwoordelijkheden na te komen.

  4. Klachtenprocedures: Ze moeten een kennisgevingsmechanisme en klachtenprocedure instellen en handhaven.

  5. Toezicht houden: Bedrijven moeten de effectiviteit van de getroffen maatregelen bewaken.

  6. Openbare communicatie: Ze moeten transparant zijn en publiekelijk communiceren over hun passende zorgvuldigheid.

Onderscheid in maatregelen en toezicht

De richtlijn maakt een duidelijk onderscheid tussen maatregelen die gericht zijn op het voorkomen en verlichten van potentiële negatieve effecten en die welke nodig zijn om feitelijke negatieve effecten te beëindigen of te minimaliseren.

Elke EU-lidstaat wijst een toezichthoudende instantie aan die controleert of bedrijven voldoen aan de verplichtingen van de richtlijn. Bedrijven die hun zorgplicht niet nakomen, kunnen burgerlijk aansprakelijk worden gesteld, en slachtoffers hebben recht op schadevergoeding. Daarnaast kunnen bedrijven die de zorgplicht naleven, worden beloond door dit criterium mee te nemen bij de gunning van overheidsopdrachten en concessies.

Implementatie

De nieuwe regels traden in werking op 8 juli 2024. EU-lidstaten hebben tot 26 juli 2026 de tijd om de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen vast te stellen en bekend te maken. De richtlijn wordt vervolgens gefaseerd van toepassing tussen 2027 en 2029, afhankelijk van de omzetdrempels die bedrijven overschrijden.

Met deze richtlijn zet de EU een belangrijke stap naar een duurzamere en verantwoordelijkere bedrijfsvoering, waarbij grote bedrijven een sleutelrol spelen in het beschermen van mensenrechten en het milieu.