Vrederechter kan beschermde meerderjarige alleen in buitenland plaatsen met toestemming opvangland

De omgekeerde situatie geldt ook. Buitenlandse rechters (van een verdragsluitende partij) die hier in ons land een volwassene willen plaatsen, moeten hierover ook eerst overleggen. Ze sturen hun voorstel en hun rapport naar onze Centrale Autoriteit, de FOD Justitie. Die bezorgt het aan de procureur des Konings van het arrondissement waar de volwassene zijn gewone verblijfplaats of zijn woonplaats zal hebben. Hij bezorgt binnen drie maand een gemotiveerd advies aan de FOD Justitie. Hij houdt in zijn advies rekening met de belangen van de te plaatsen persoon en kan zich tegen de plaatsing verzetten. In dat geval kan de betrokkene niet in ons land terecht.

De wet voorziet ook in een bijzondere procedure voor de erkenning of uitvoerbaarverklaring van buitenlandse beschermingsmaatregelen voor meerderjarigen. Het gaat niet alleen om de beschermingsmaatregelen die genomen zijn door een land dat partij is bij het Verdrag van Den Haag, maar ook om gelijkaardige beschermingsmaatregelen die genomen zijn door derde staten. Bijvoorbeeld de bepaling van een onbekwaamheid, een voogdij, een curatele of een plaatsing. De vrederechter van het arrondissement van de verblijfplaats of de woonplaats van de betrokkene is bevoegd voor de erkenning of uitvoerbaarverklaring. De te volgen procedure is duidelijk vastgelegd in het Gerechtelijk Wetboek. Belangrijk hierbij is dat de vrederechter - op vraag van de betrokkene, een belanghebbende, de procureur des Konings of ambtshalve - bij de erkenning of uitvoerbaarverklaring van een buitenlandse beschermingsmaatregel meteen ook zelf rechterlijke beschermingsmaatregelen kan bevelen. Bijvoorbeeld aanvullende maatregelen die wegens de gezondheidstoestand van de betrokkene nodig zijn om zijn vermogensrechtelijke of niet-vermogensrechtelijke belangen in ons land te beheren.

Tot slot wordt ook het Wetboek van internationaal privaatrecht aangepast. De verwijzingsregels en internationale bevoegdheidsregels op het vlak van onbekwaamheden worden hervormd, zodat ze een coherent geheel vormen.

De nieuwe wet van 10 maart 2019 treedt in werking op 1 januari 2020.

Bron: Wet van 10 maart 2019 tot tenuitvoerlegging van het Verdrag van `s-Gravenhage van 13 januari 2000 inzake de internationale bescherming van volwassenen, BS 22 maart 201,

Zie ook:Burgerlijk Wetboek (art. 499/7 en 499/11) Gerechtelijk Wetboek Wetboek van internationaal privaatrecht