Vennootschapsbelasting: overzicht nieuwigheden in 2024
De start van een nieuw jaar heeft altijd een aantal fiscale nieuwigheden in petto. Ook in 2024 mag u zich aan een aantal veranderingen in de vennootschapsbelasting verwachten. Met welke wijzigingen moet u rekening houden?
Wettelijke indieningstermijnen
Naar jaarlijkse gewoonte informeert de FOD Financiën belastingplichtigen over de uiterlijke indieningstermijnen van de fiscale aangiftes. Om extra rechtszekerheid te bieden, worden deze termijnen op elkaar afgestemd voor de belastbare tijdperken gelinkt aan de aanslagjaren 2024 en volgende. De wettelijke indieningstermijnen voor vennootschappen zien er als volgt uit:
Gebied | Indieningsdatum |
|
---|---|---|
Vennootschapsbelasting * rechtspersonenbelasting * BNI (rechtspersoon) |
Algemene regel: | Laatste dag van de zevende maand volgend op het afsluiten van het boekjaar |
Indien einddatum boekjaar 31 december of periode tot en met eind februari | 30 september van het jaar waarnaar het aanslagjaar wordt genoemd | |
Jaarlijkse taks op de effectenrekening | Ten laatste op 15 juli van het jaar volgend op het einde van de referentieperiode |
Verplichte melding betaalde huurvergoeding bij aangifte vennootschapsbelasting
Vanaf aanslagjaar 2024 geldt een verplichte melding voor vennootschappen die een onroerend goed huren of een recht van opstal, erfpacht, vruchtgebruik of ander zakelijk gebruiksrecht houden. Betaalt uw vennootschap huurvergoedingen of vergoedingen voor zakelijke rechten aan particulieren, vzw's of rechtspersonen en ontvangt zij hiervoor geen factuur? Dan moet u bij uw VenB-aangifte een bijlage toevoegen, zodat de betaalde vergoedingen als beroepskost gekwalificeerd blijven. Deze bijlage bevat onder meer de identificatie van verhuurder of verlener van het zakelijk gebruiksrecht, het adres van het onroerend goed en het bedrag van de toegekende (huur)vergoedingen.
Update percentages investeringsaftrek
Via de investeringsaftrek kan uw vennootschap fiscale subsidies ontvangen voor bepaalde investeringen. Voor 2024 zijn de volgende percentages van toepassing:
|
kmo's | andere vennootschappen |
---|---|---|
Digitale investeringen | 20,5% | |
Octrooien | 20,5% | 20,5% |
Energiebesparende investeringen | 20,5% | 20,5% |
Groene investeringen | 20,5% | 20,5% |
Rookafzuig- of verluchtingssystemen | 20,5% | 20,5% |
Beveiliging | 27,5% | |
Hergebruik van verpakkingen | 3% | |
Zeeschepen | 30% | 30% |
Groene vrachtwagens | 36,5% | 36,5% |
Andere investeringen | 8% | |
Gespreide aftrek groene investeringen | 27,5% | 27,5% |
Gespreide aftrek andere investeringen | 17,5% |
Vanaf 1 januari 2025 zullen deze percentages aangepast worden naar thematische investeringsaftrekken met vaste percentages.
Nieuwe maatregelen uit programmawet
Eind 2023 werd - naar aanleiding van de begrotingscontrole - de programmawet goedgekeurd. Een greep uit de nieuwe maatregelen:
De (populaire) regeling voor flexi-jobs wordt uitgebreid naar twaalf sectoren.
Vennootschappen actief in de fruit- en groententeelt genieten een vrijstelling van doorstorting bedrijfsvoorheffing.
Het CFC-regime (Controlled Foreign Company) wordt aangescherpt. Dit regime houdt in dat niet-uitgekeerde winsten van gecontroleerde buitenlandse vennootschappen in België belast worden in hoofde van de controlerende Belgische vennootschap. Vanaf 2024 worden alle passieve inkomsten (rente, royalty's, dividenden,?) belastbaar in hoofde van de Belgische controlerende moedervennootschap, tenzij kan aangetoond worden dat de buitenlandse entiteit voldoende substantie (personeel, activa, werkelijke economische functies) heeft.
De jaarlijkse taks op kredietinstellingen, collectieve beleggingsinstellingen en verzekeringsondernemingen is voortaan een 100% verworpen uitgave.