Vennootschap plaatst zonnepanelen op woning van bedrijfsleider of werknemer
De vaste regel is dat alle voordelen die de vennootschap aan medewerkers personeelsleden of bedrijfsleiders biedt, beschouwd worden als loon of als bedrijfsleidersvergoeding. De voordelen worden tegen hun marktwaarde belast. De 'marktwaarde' is hier de waarde die de voordelen hebben bij de genieter.
Daarop zijn er 2 soorten uitzonderingen.
Enkele voordelen worden niet
beschouwd als belastbare voordelen, maar als sociale voordelen. Ze zijn daarom
niet belastbaar bij de werknemer. Denken we maar aan de ecocheques.
Andere
voordelen worden wel beschouwd als belastbare voordelen, maar de waarde ervan
wordt op een forfaitaire wijze geschat. Een typisch voorbeeld is dat van de
terbeschikkingstelling van een woning: de genieter wordt niet belast op het
werkelijke voordeel, maar op een bedrag dat gebaseerd is op het kadastraal
inkomen van de woning.
Zonnepanelen: van wie zijn ze?
Hoe bereken je het voordeel als de werkgever zonnepanelen laat installeren bij
een werknemer? Dat hangt ervan af van wie de zonnepanelen zijn.
Als de zonnepanelen eigendom worden van de werknemer, dan is het belastbaar
voordeel gelijk aan de waarde van de zonnepanelen. In antwoord op een
parlementaire vraag verduidelijkte de minister van Financiën dat de waardering
van het voordeel gebeurt op basis van een voor particuliere klanten
marktconforme aankoopprijs voor eenzelfde installatie.
Maar er kan ook overeengekomen worden dat de installatie eigendom blijft van de
werkgever. In dat geval is het voordeel niet de waarde van de zonnepanelen, maar
wel de prijs die de werknemer zou moeten betalen als hij/zij de zonnepanelen zou
huren. Met andere woorden: de gangbare leaseprijs op jaarbasis van zonnepanelen
op de particuliere markt.
En de elektriciteit?
De minister verduidelijkt verder in zijn antwoord dat éénmaal de
terbeschikkingstelling van de zonnepanelen belast werd, de elektriciteit die
geproduceerd wordt niet meer als een voordeel van alle aard beschouwd kan
worden. Dat geldt zowel in de hypothese dat de werknemer eigenaar is van de
installatie, als wanneer hij de installatie ter beschikking gesteld krijgt en
belasting betaalt op een fictieve leaseprijs.
Alternatief voor gratis elektriciteit?
Begin 2022 pakte een elektriciteitsmaatschappij uit met een product waarbij de
werkgever een elektriciteitscontract sloot voor de werknemer, zodat die onder
voorwaarden en met enkele beperkingen gratis elektriciteit of elektriciteit
aan een verlaagde prijs kon krijgen. De 'kosteloze verstrekking van verwarming
en van elektriciteit gebruikt voor andere doeleinden dan verwarming' is ook
belastbaar, maar in principe op een forfaitair bedrag. De waarde van dat
voordeel is in 2022 gelijk aan 2.130 euro per jaar voor verwarming, en 1.060
euro per jaar voor elektriciteit voor leidinggevend personeel en
bedrijfsleiders. Voor andere werknemers wordt die waarde vastgesteld op
respectievelijk 960, en 480 euro per jaar.
Die forfaitaire waardering ligt
veel lager dan de werkelijke waarde van het voordeel, dus was de winst snel
berekend. De minister reageerde echter vrij snel door de forfaitaire raming voor
gratis verwarming en elektriciteit te beperken tot de situaties waarbij ook de
woning ter beschikking wordt gesteld van de werknemer. Is dat niet zo, dan telt
de échte waarde van het voordeel.
De vraag is dus (en zeker als de werkgever eigenaar blijft van de zonnepanelen)
wát hier eigenlijk 'ter beschikking' wordt gesteld: de zonnepanelen of de
elektriciteit?
Stel dat u in een woning woont die eigendom is van uw vennootschap. En uw
vennootschap plaatst zonnepanelen op het gebouw, waardoor u elektriciteit
bespaart
Wat is dan uw voordeel? De zonnepanelen of de elektriciteit...? Het
lijkt er sterk op dat het laatste woord hierover nog niet geschreven is.