Nieuwe effectentaks boven het doopvont
Op 4 november jl. verraste de regering vriend en vijand met een bericht in het Staatsblad. Dat bericht betrof de invoering van de jaarlijkse taks op effectenrekeningen. Het kwam er om belastingplichtigen in snelheid te pakken.
Programmawet
Op 2 november 2020 keurde de Ministerraad een voorontwerp van wet goed dat een jaarlijkse taks op de effectenrekeningen invoert. Dat voorontwerp moest nog een ganse legistieke procedure doorlopen maar door het bericht in het Staatsblad kon de regering de inwerkingtreding van de maatregel al vastleggen op 30 oktober 2020.
Dit zogenaamde announcementprincipe werd in het verleden al gebruikt voor belastingverhogingen. De regering vermijdt op die manier dat belastingplichtigen hun zaakjes nog regelen van zodra ze ongeveer op de hoogte zijn van de contouren van de nieuwe wet.
Modaliteiten
De jaarlijkse taks wordt geheven op alle effectenrekeningen die worden aangehouden door natuurlijke personen (inwoners en niet-inwoners), evenals effectenrekeningen aangehouden door rechtspersonen onderworpen aan de vennootschapsbelasting, de rechtspersonenbelasting of aan de belasting der niet-inwoners.
De belasting is dus mogelijk ook verschuldigd door bijvoorbeeld universiteiten en vakbonden.
De belastbare grondslag van de belasting is de gemiddelde waarde van de belastbare financiële instrumenten die worden aangehouden op die effectenrekening. De taks is maar verschuldigd als de gemiddelde waarde meer bedraagt dan 1.000.000 euro.
Als die 1.000.000 euro bereikt wordt, is er meteen een taks van 0,15% verschuldigd op 1.000.000 euro. Daarboven is het tarief 10%.
Antimisbruikbepalingen
De programmawet zal ook bepalingen bevatten die moeten beletten dat de belastingplichtige via bepaalde trucjes aan de belasting ontsnapt.
Zo zal de fiscus de splitsing van een effectenrekening mogen negeren. Het gaat dan om het verplaatsen van effecten naar één of meerdere rekeningen bij dezelfde financiële tussenpersoon of naar rekeningen bij een andere financiële tussenpersoon met de bedoeling te vermijden dat de totale waarde van de effecten op één rekening meer bedraagt dan 1 miljoen euro.
Ook het openen van effectenrekeningen waarbij u de effecten spreidt tussen rekeningen bij dezelfde financiële tussenpersoon of bij een andere financiële tussenpersoon valt daar onder.
Als u, telkens met de bedoeling om aan de taks te ontsnappen, aandelen, obligaties en andere belastbare financiële instrumenten omzet op naam (waardoor ze niet langer op een effectenrekening worden aangehouden) mag de fiscus dat ook negeren.
Ten slotte zal de fiscus er op toe zien dat u de effectenrekening niet overbrengt naar een buitenlandse rechtspersoon die de effecten overplaatst naar een buitenlandse effectenrekening of dat u de effectenrekening onderbrengt in een fonds waarvan de deelbewijzen op naam worden geplaatst.
De wetgever vermoedt in die gevallen dat u de transactie stelde om belastingen te ontwijken maar het is u wel toegestaan te bewijzen dat u een andere reden had om de handeling (omzetting, splitsing, overdracht naar het buitenland, ...) te stellen.
Inwerkingtreding
Door nu al aan te kondigen dat de nieuwe taks met terugwerkende kracht van toepassing zal zijn vanaf 30 oktober 2020, wil de regering vermijden dat de belastingplichtige nog anticiperende handelingen stelt waardoor hij de belasting nog zou ontwijken.
De datum van 30 oktober 2020 werd gekozen omdat dat de datum is waarop in de media uitvoerig over die taks werd bericht.
Oude wijn in nieuwe zakken?
Bijna exact een jaar vóór de aankondiging van deze taks vernietigde het Grondwettelijk Hof de effectentaks die in 2018 werd ingevoerd.
Die oude effectentaks werd geheven op effectenrekeningen (in binnen- of buitenland) en bedroeg 0,15% van de gemiddelde waarde van de belastbare financiële instrumenten op die effectenrekening(-en) in de mate dat die waarde 500.000 euro of meer bedraagt.
Er waren een ganse reeks effecten vrijgesteld van de taks zoals vastgoedcertificaten, thesauriebewijzen, aandelen op naam, ...
Het Grondwettelijk Hof vernietigde die effectentaks toen om twee redenen. In eerste instantie omdat bepaalde beleggingen (zoals afgeleide financiële instrumenten) niet meegeteld werden (daar bestond geen objectieve en gegronde reden voor) en omdat buitenlandse banken in België een 'aansprakelijke vertegenwoordiger' moesten aanduiden voor de inning van de taks (wat een belemmering vormt voor de toegang van die banken tot de Belgische financiële markt).
De minister van Financiën verzekerde dat deze problemen in de nieuwe programmawet zullen aangepakt worden. De nieuwe effectentaks is dus wel een beetje oude wijn in nieuwe zakken. De vraag is vooral of de nieuwe zakken beter sluiten dan de oude...