Mijn NV wordt een BV: wat met het fiscaal gestort kapitaal?
De BV kent geen gestort kapitaal. Artikel 184 van het WIB92 werd aangepast aan het WVV en definieert gestort kapitaal nu als het kapitaal voor zover dat gevormd wordt door werkelijk gestorte inbrengen in geld of in natura, andere dan inbrengen in nijverheid, en in zoverre er geen terugbetaling of vermindering heeft plaatsgevonden.
Ook werkelijk gestorte uitgiftepremies, uitgegeven ter gelegenheid van de uitgifte van aandelen of winstbewijzen, worden gelijkgesteld met het gestort kapitaal op voorwaarde dat ze op een of meer afzonderlijke rekeningen onder het eigen vermogen op het passief van de balans worden en blijven vermeld.
Vóór de inwerkingtreding van het WVV was die bepaling inzake uitgiftepremies lichtjes anders. Het WIB92 aanvaardde uitgiftepremies als gestort kapitaal als ze a) op het passief van de balans werden vermeld onder het eigen vermogen, en b) op een rekening die, ... alleen kon worden verminderd ter uitvoering van een regelmatige beslissing van de algemene vergadering, getroffen met inachtneming van de bepalingen van het Wetboek van vennootschappen (W.Venn.) die van toepassing zijn op statutenwijzigingen.
Het element onder b) is de zogenaamde onbeschikbaarheidsvoorwaarde.
Maar onder impuls van het WVV werd die onbeschikbaarheidsvoorwaarde verwijderd bij de BV's. Vermits de BV geen maatschappelijk kapitaal heeft, is ook het maatschappelijk kapitaal niet meer onbeschikbaar (in tegenstelling tot het kapitaal van de vroegere BVBA). Het kan eenvoudig uitgekeerd worden. De BV moet enkel rekening houden met de netto-actieftest en de liquiditeitstest.
Uitzonderlijk zal de inbreng in een BV nog wel onbeschikbaar zijn als dat in de statuten uitdrukkelijk is opgenomen. Dat zal bijvoorbeeld het geval zijn als de BVBA (nu BV) de sleuteldatum van 1 januari 2020 heeft laten passeren zonder actie te ondernemen. In dat geval werd het maatschappelijk kapitaal op 1 januari 2020 omgezet naar een statutair onbeschikbare eigen vermogensrekening. Maar dan nog volstaat een statutenwijziging om deze onbeschikbaarheid ongedaan te maken.
Omschakeling NV naar BV
In een NV daarentegen is er nog steeds sprake van een minimumkapitaal. Uitkering is enkel mogelijk na een statutenwijziging. Dus daar hebben we wel nog een vorm van onbeschikbaarheid.
De vraag die zich stelt is of bij een omschakeling van een NV naar een BV, waarbij er geen uitkering is, het overgedragen maatschappelijk kapitaal in de BV wel degelijk fiscaal kapitaal blijft. Immers de onbeschikbaarheid valt weg. Deze vraag werd letterlijk in het parlement aan de minister van Financiën gesteld door de heer Leysen (Parl. Vr. nr. 256 van 6 maart 2020 van de heer LEYSEN, Vr. en Antw. Kamer 2019-20, nr. 55-016, 103-104).
In zijn antwoord laat de minister weten dat bij de omvorming van een NV in een BV zonder uitkering, de bedragen die voorheen konden worden beschouwd als gestort kapitaal van de NV die kwalificatie behouden bij de BV. De vereiste van statutaire onbeschikbaarheid van de bedragen wordt niet langer gesteld.
Vermits het maatschappelijk kapitaal dus niet meer onbeschikbaar is, en het maatschappelijk kapitaal van een NV niet op een aparte passiefrekening moest geboekt worden, moet het overgedragen kapitaal dus ook niet op een afzonderlijke rekening?
Daar volgt de minister de vraagsteller niet: als het maatschappelijk kapitaal van een NV overgedragen wordt naar het eigen vermogen van BV dan is er geen onbeschikbaarheid maar het moet wel op een afzonderlijke rekening op het passief van de balans van de BV worden opgenomen.