Managementvennootschappen onder druk: wat kan dit voor jouw kmo betekenen?
Wat ooit een constructie was voor artsen, advocaten en consultants, is vandaag ook populair bij zelfstandige ondernemers, freelancers en kleine kmo-zaakvoerders die hun inkomsten flexibeler willen beheren. Volgens cijfers van Statbel zijn er in België meer dan 55.000 managementvennootschappen actief, goed voor ruim 57 miljard euro aan opgepotte winsten. Dat blijft niet onopgemerkt bij de federale regering, die op zoek is naar extra belastinginkomsten.
Hoe werkt het precies?
Een managementvennootschap vormt een tussenschakel tussen jou en je klanten of opdrachtgevers. De facturen worden uitgeschreven vanuit de vennootschap, die jou als bestuurder een loon uitkeert. De winst die overblijft, kan je reserveren binnen de vennootschap of later uitkeren als dividend.
Het aantrekkelijke aan deze structuur is het fiscale verschil: waar een werknemer vaak meer dan de helft van zijn inkomen afdraagt, ligt de belastingdruk in een vennootschap rond de 20 à 25 procent. Starters genieten zelfs vier jaar lang van een tarief van 20 procent. Daarnaast bestaan er gunstige stelsels zoals VVPR-bis en de liquidatiereserve om winsten later voordeliger uit te keren.
Waarom ondernemers ervoor kiezen
Voor veel kmo-bestuurders is de managementvennootschap een manier om fiscaal slimmer te werken. Gemiddeld betaal je ongeveer 35 procent belastingen, tegenover 50 procent bij een eenmanszaak of 60 procent bij loontrekkenden (inclusief werkgeversbijdragen). Daarbovenop komen aftrekbare beroepskosten, de mogelijkheid om een deel van de woning als kantoor te boeken en de fiscale voordelen rond bedrijfswagens.
Ook de vrijheid speelt mee: je bepaalt zelf hoeveel je factureert, hoe je jezelf vergoedt en welke opdrachten je aanneemt. Voor wie maandelijks meer dan 10.000 euro omzet draait, is de formule doorgaans financieel interessant.
De keerzijde van de medaille
De populariteit van managementvennootschappen betekent ook dat de overheid inkomsten misloopt uit de personenbelasting. Bovendien is de sociale bescherming beperkter: bedrijfsleiders bouwen minder pensioenrechten op, hebben geen recht op werkloosheidsuitkering en dragen extra kosten door de boekhoudkundige verplichtingen. Daarnaast loert het risico op schijnzelfstandigheid om de hoek.
De overheid kijkt mee
Vanaf 2026 moet elke bedrijfsleider zichzelf minstens 50.000 euro loon toekennen om nog te kunnen genieten van het verlaagde tarief van 20 procent (nu is dat 45.000 euro). Bovendien mag maximaal 20 procent van het brutoloon bestaan uit voordelen van alle aard.
Mogelijke volgende stappen? Een verdere verhoging van het minimumbedrag, strengere regels rond dividenden, het afbouwen van gunstregimes zoals VVPR-bis of liquidatiereserves, of zelfs het afschaffen van het verlaagde tarief in de vennootschapsbelasting. Op langere termijn wil de regering ook de belasting op arbeid herzien om het speelveld tussen vennootschappen en werknemers gelijker te maken.
Wat betekent dit voor jouw kmo?
De boodschap is duidelijk: managementvennootschappen blijven nuttig, maar de fiscale voordelen staan onder druk. Als ondernemer is het belangrijk om vooruit te kijken, samen met je accountant te evalueren welke structuur nog het meest interessant is, en voorbereid te zijn op mogelijke wetswijzigingen.