Eenzelfde misdadig opzet: uitsluiting straftoemetingsregel bij eerdere veroordeling in EU is niet ongrondwettig

Het Grondwettelijk Hof zegt dat het aan de wetgever toekomt om de regels voor de straftoemeting vast te stellen. De wetgever heeft daarbij een grote vrijheid, zolang hij maar rekening houdt met het Europese recht.

Wat zegt dat Europees recht nu ? Dat vereist niet dat de regels inzake de straftoemeting onverkort van toepassing zijn op personen die in een andere EU-lidstaat al zijn veroordeeld. Wel dat die veroordeling op een andere wijze in aanmerking moet worden genomen.

Het Hof stelt vast dat het verschil in behandeling berust op een objectief criterium: de verschillen tussen de Europese rechtstelsels. Door de regel voor de straftoemeting uit te sluiten bij een eerdere Europese veroordeling in geval van eenzelfde misdadig opzet, heeft de wetgever willen vermijden dat de Belgische rechter in bepaalde gevallen geen straf meer zou kunnen uitspreken.

De uitsluiting verhindert de rechter echter niet om de veroordeling in een andere lidstaat van de Europese Unie op een andere wijze in aanmerking te nemen. De Belgische rechter behoudt zijn beoordelingsvrijheid om de straf te bepalen die hij gepast en gerechtvaardigd vindt in het licht van de omstandigheden. Hij kan dus de strafmaat verminderen, als hij vindt dat een strafmaat gezien de omstandigheden van de dader binnen de grenzen van het nationale recht onevenredig hard zou zijn voor de dader en het doel van de sanctie met een lagere straf kan bereikt worden. Dat kan als de strafmaatvermindering in louter nationale zaken ook mogelijk zou zijn.

Het Hof besluit dan ook dat de wetgever mag beslissen om de straftoemetingsregel uit art. 65 Sw. niet toepasselijk te maken op veroordelingen uitgesproken in andere EU- landen. Hij schendt hierbij het gelijkheidsbeginsel niet.

Bron: GwH 16 januari 2020, nr.?8/2020

Bron: GwH 16 januari 2020, nr. 6/2020

Zie ook: Strafwetboek (art. 65 en 99bis) Kaderbesluit 2008/675/JBZ van de Raad van de Europese Unie van 24 juli 2008 van de Raad betreffende de wijze waarop bij een nieuwe strafrechtelijke procedure rekening wordt gehouden met veroordelingen in andere lidstaten van de Europese Unie