De precontractuele fase vanaf 1 januari 2023
We praten dan wel altijd over het nieuwe verbintenissenrecht, maar in de
praktijk is het grootste deel van de bepalingen uit het nieuwe boek 5 een kopie
van de oude bepalingen uit het Burgerlijk Wetboek (BW). En daar waar de
bepalingen écht nieuw zijn, zijn ze vaak niet meer dan een codificatie van de
uitleg die de rechtspraak en rechtsleer aan de oude bepalingen hebben gegeven.
Het is dus niet zo dat er sprake is van een ware revolutie, maar er zijn wel
enkele bepalingen die eruit springen..
Zijn die al dan niet nieuwe principes meteen van toepassing vanaf 1 januari
2023? Neen! Het nieuwe BW is enkel van toepassing op de rechtshandelingen die
gesteld worden vanaf 1 januari 2023. Bestaande contracten blijven dus
onderworpen aan de oude regels. Het oude en het nieuwe Boek 5 zullen dus nog
jaren naast elkaar blijven bestaan.
Bovendien zijn de nieuwe bepalingen meestal van suppletief recht. Dat betekent
dat uzelf en uw partner andere afspraken kunnen vastleggen in uw overeenkomst.
Het spreekt voor zich dat u dan erg duidelijk moet zijn om eventuele
misverstanden te voorkomen.
Alle informatie
In het nieuwe verbintenissenrecht wordt er alleszins veel aandacht besteed aan
de precontractuele fase. Vóór een contract tot stand komt, wordt er uiteraard
tussen de partijen onderhandeld. De informatie die dan wordt uitgewisseld heeft
een bijzonder grote impact op de wederzijdse verwachtingen. In het oude BW was
daar nauwelijks aandacht voor. De rechtbanken konden enkel in extreme gevallen
een partij die valse verwachtingen had gecreëerd, sanctioneren. Maar evident was
dat niet. Nu krijgen de partijen en dus ook de rechter de tools in handen om
de gecreëerde verwachtingen te valideren.
De partijen moeten voortaan alle informatie delen. Dus niet alleen de
wettelijk verplichte informatie, maar ook de inlichtingen die vanuit de
principes van goede trouw gegeven worden.
Bovendien wordt de kwaliteit van die informatie gewogen, rekening houdende met
de hoedanigheid van de partijen, hun redelijke verwachtingen en het voorwerp van
het contract. In een contract tussen 2 particulieren is de informatieplicht dus
minder uitgebreid dan in een overeenkomst tussen twee professionals.
Precontractuele aansprakelijkheid.
Als de onderhandelingen foutief worden afgebroken, heeft de rechter voortaan een
wettelijke basis om daartegen op te treden. De benadeelde partij heeft immers
het recht om teruggeplaatst te worden in de situatie waarin hij zich zou hebben
bevonden als er geen onderhandelingen hadden plaatsgevonden.
Suppletief recht
Zoals eerder al vermeld, zijn veel van de nieuwe regels van suppletief of
aanvullend recht: ze gelden enkel als de partijen er niet uitdrukkelijk van
afwijken.
Tussen professionele partijen is het gebruikelijk dat een zogenaamde letter of intent (LOI) wordt opgesteld. Daarin worden als het ware de spelregels vastgelegd waaraan de partijen zich houden tijdens de onderhandelingen. Zo wordt bijvoorbeeld afgesproken dat de onderhandelingen een bepaalde termijn niet mogen overschrijden of dat bepaalde informatie niet publiek gemaakt mag worden.
De LOI is ook het document waarin men zou kunnen afspreken dat de genoemde
regels inzake precontractuele informatie niet van toepassing zijn of dat zij
enkel in bepaalde situaties van toepassing zijn.
Lex specialis
Verlies niet uit het oog dat het burgerlijk recht slechts algemene regels (lex
generalis) bevat. In sommige domeinen gelden bijzondere rechtsregels. Zon
bijzondere set van regels, ook wel lex specialis genoemd, heeft voorrang op de
lex generalis.
Zo gelden er in het distributierecht specifieke verplichtingen omtrent de
precontractuele informatie, met specifieke sancties. Ook in het
vennootschapsrecht geldt er een bijzonder regime voor de precontractuele
aansprakelijkheid in het kader van een overnameovereenkomst.
Een rode draad bij wetswijzigingen is de tendens om de zwakste partij te
beschermen. Ook het nieuwe Boek 5 met betrekking tot het verbintenissenrecht
volgt die logica, waarbij in de precontractuele fase voldoende informatie moet
worden uitgewisseld en die informatie op maat van de tegenpartij moet zijn.