De duurste deurbel van heel België?

Een aannemer verricht werken in onroerende staat: hij plaatst meer bepaald poorten en video- en parlofoonapparaten. Waar mogelijk – dus als de woning voldoende oud is – wordt het verlaagd tarief van 6% btw aangerekend. De Btw-Administratie komt daar achter tijdens een controle in 2013 en zij stuurt de aannemer een correctieopgave. Vervolgens verloopt de procedure zoals het hoort: de aannemer is niet akkoord, de Administratie stelt een proces-verbaal op, waarop de aannemer een administratief bezwaar indient. En dat wordt vervolgens afgewezen door de Administratie.

De volgende stap is dan de rechtbank. Het dossier gaat van de rechtbank van eerste aanleg te Antwerpen (16 april 2018) naar het Hof van Beroep van Antwerpen (11 februari 2020), waar de aannemer telkens ongelijk krijgt. De aannemer stapt vervolgens naar het Hof van Cassatie, dat op 23 december 2021 de aannemer finaal ongelijk geeft.

Woning of poort

Zoals gezegd, is het verlaagd tarief enkel mogelijk als een particulier verbouwingen laat doen aan zijn privéwoning. Bij wijze van uitzondering geldt het verlaagd tarief ook voor werken aan gebouwen waarin ook een beroep wordt uitgeoefend, maar dan moet het duidelijk zijn dat enkel het privé-gedeelte ervan profiteert, of anders moet het beroepsmatig gedeelte erg beperkt zijn.

Het Hof van Beroep van Antwerpen oordeelt dat het ophangen van poorten niet in aanmerking kan komen voor het verlaagd tarief van 6%. De werken moeten immers gebeuren aan een aanhorigheid bij de woning of moeten dienen ter verbetering van de woning zelf. En de werken moeten een onmiddellijk nut hebben voor de private woonfunctie..

Het maakt niet uit of de poort wordt opgehangen aan de gevel van het huis, dan wel aan een paal. Poorten die een afscheiding vormen van de eigendom, van de openbare weg, moeten als een afsluiting beschouwd worden en afsluitingen (de afspanning rond uw erf, een hek voor het huis, …) zijn uitgesloten van het verlaagd tarief.

Deurbel

Het Hof spreekt zich ook uit over de videofoon en de parlofoon die geïnstalleerd worden aan de poorten. Hier stelt het Hof van Beroep dat de aanhechting aan de woning wél relevant is. Als de video- of parlofooninstallatie gehecht is aan de woning, voldoet die aan de voorwaarden voor de toepassing van het tarief van 6% en dan is voor de installatie ervan het verlaagd tarief van toepassing.

In het andere geval – de videofoon hangt bijvoorbeeld aan de poort op 20 meter van de voordeur – is er geen verlaagd tarief mogelijk.

Het Hof buigt zich tot slot nog over de situatie waarbij een deel van de installatie aangehecht is aan de woning en een ander deel gehecht is aan onderdelen die niet behoren tot de eigenlijke woning. U heeft bijvoorbeeld een poort met een parlofoon, maar de camera hangt wat verder aan het huis. Het zal u niet verbazen dat het Hof van Beroep hier oordeelt dat het deel van de werken dat betrekking heeft op de woning, onderworpen kan worden aan het verlaagd tarief van 6%, en het overige deel onderworpen moet worden aan het tarief van 21%.

Kleine waarschuwing! Als het onderscheid niet gemaakt kan worden…, geldt het hoogste tarief.

Na bijna 10 jaar procederen heeft de aannemer definitief ongelijk gekregen. Naast de proces- en advocatenkosten moet hij alsnog 15% btw ophoesten op de poorten en deurbellen die hij plaatste in de jaren vóór 2013. Dat zijn uiteindelijk wel héél dure deurbellen geworden...