Btw-vrijstelling voor kleine ondernemingen bijgestuurd
Onder impuls van Europa wordt 'de bijzondere vrijstellingsregeling van belasting voor kleine ondernemingen' in het btw-wetboek aangepast. Daardoor kunnen kleine ondernemingen die in een andere Europese lidstaat gevestigd zijn, maar in ons land belastbare handelingen verrichten ervoor opteren om te genieten van een btw-vrijstelling. De nieuwe maatregel treedt in werking op 1 januari 2025.
Kleine ondernemingen met een jaaromzet van maximaal 25.000 euro kunnen vandaag kiezen voor een vrijstelling van bepaalde btw-verplichtingen. Ze rekenen hun klanten dan geen btw aan en hoeven ook geen btw-aangifte in te dienen. De regeling is vandaag enkel mogelijk voor kleine ondernemingen die gevestigd zijn in België. Maar de Europese Commissie past de wetgeving nu aan en verplicht Europese lidstaten met richtlijn 2020/285 om hun nationale vrijstellingsregelingen ook toe te passen op ondernemingen die gevestigd zijn in andere lidstaten. En dit om concurrentieverstortingen te vermijden.
Voorwaarden voor btw-vrijstelling
Btw-vrijstelling kan als de jaaromzet van de ondereming in de Europese Unie mag niet meer bedragen dan 100.000 euro én de jaaromzet in de betrokken lidstaat (waar ze niet gevestigd zijn maar wel belastbare handelingen verrichten) mag niet meer bedragen dan de nationale drempel die de lidstaat heeft ingesteld voor de toepassing van de vrijstellingsregeling voor kleine ondernemingen die er gevestigd zijn (de richtlijn voorziet een maximum van 85.000 euro).
Belgische btw-belastingplichtigen zullen vanaf 2025 kunnen kiezen voor de toepassing van de vrijstellingsregeling in andere lidstaten, ook al zijn ze daar niet gevestigd. Omgekeerd zullen in andere lidstaten gevestigde belastingplichtigen in België kunnen kiezen voor de toepassing van de btw-vrijstellingsregeling. Uiteraard onder strikte voorwaarden:
Geen btw op uitgaande handelingen: belastingplichtigen die kozen voor de toepassing van de vrijstellingsregeling moeten geen belasting heffen op de uitgaande handelingen. Anderzijds genieten ze geen recht op aftrek van de voorbelasting op goederen en diensten die worden gebruikt om die van belasting vrijgestelde handelingen te verrichten.
Drempel: op dit moment kan een belastingplichtige voor de toepassing van de vrijstellingsregeling opteren in een lidstaat waar hij gevestigd is als hij onder de nationale drempel van die lidstaat blijft. Aangezien vanaf 2025 ook kleine ondernemingen voor de vrijstellingsregeling kunnen kiezen in een lidstaat waar ze niet gevestigd zijn, zal in een dergelijke geval rekening moeten worden gehouden met een dubbele drempel. Voor ons land geldt dat de jaaromzet in de Unie niet meer mag bedragen dan 100.000 euro en de jaaromzet in België niet meer dan 25.000 euro.
Rapportering: voor alle belastingplichtigen die onder de vrijstellingsregeling vallen zullen dezelfde rapporteringsverplichtingen gelden, hetzij op kwartaalbasis voor belastingplichtigen die in de Europese Unie van de regeling gebruikmaken, hetzij op jaarbasis voor belastingplichtigen die in België gevestigd zijn en alleen in België van de regeling gebruikmaken.
De wijzigingen treden in werking op 1 januari 2025.