Bijstand van een advocaat in fiscale zaken
De Salduz-zaak gaat over een jongeman die in Turkije werd opgepakt tijdens betogingen. Tijdens het verhoor legde hij bekentenissen af maar die trok hij weer in toen hij voor de openbaar aanklager en de onderzoeksrechter verscheen. Pas toen kreeg hij bijstand van een advocaat. Volgens de beklaagde werd de bekentenis afgelegd omdat hij onder druk was gezet. Maar toch werd hij op basis van dat eerste verhoor veroordeeld.
De zaak kwam uiteindelijk voor het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) dat oordeelde dat een verdachte toegang moet hebben tot een advocaat van zodra de ondervraging door de politie begint. Verklaringen die zijn afgelegd terwijl de verdachte geen toegang heeft tot een advocaat kunnen niet als bewijs aanvaard worden.
België verwerkte dit fundamenteel recht in zijn wetgeving.
In fiscale zaken
Ook fiscale zaken kunnen aanleiding geven tot strafrechtelijke overtredingen. Als een belastingplichtige dus het voorwerp is van een onderzoek, dan stelt de vraag zich of de Salduz-doctrine ook daar van toepassing is. In een zaak voor de rechtbank van eerste aanleg van Luxemburg kwam die vraag aan de orde (vonnis van 4 maart 2020 - Rol nr 18/143/A).
Naar aanleiding van een BTW-controle wordt het omzetcijfer van een camping-uitbater substantieel verhoogd. Naast de achterstallige BTW moest hij ook nalatigheidsinteresten en een boete betalen.
De belastingplichtige verklaarde zich akkoord omdat hij - zo stelt hij voor de rechtbank - onder druk zou zijn gezet om zich akkoord te verklaren. De belastingambtenaren zouden immers gedreigd hebben met nog zwaardere boetes als de akkoordverklaring niet zou worden getekend.
Voor de rechtbank haalt de belastingplichtige ook aan dat het onderzoek niet correct verlopen is omdat hij bij het eerste onderzoek geen beroep op bijstand kon doen op een advocaat. In zijn redenering is de Salduz-doctrine van toepassing omdat een fiscaal onderzoek dat een fiscale fraude blootlegt, een sanctie kan opleveren die strafrechtelijk kan zijn.
Geen Salduz in fiscaal onderzoek
De rechtbank volgt de geldende rechtspraak dat de Salduz-doctrine niet geldt in fiscale zaken. De voornaamste reden is dat belastingcontroleurs in feite niets ander doen dan onderzoeksdaden. Ze kunnen geen dwangmaatregelen nemen, noch de belastingplichtige van zijn vrijheid beroven.
De belastingplichtige argumenteerde nog wel dat hij in feite gedwongen werd door de belastingambtenaren omdat ze dreigden met hogere boetes. Maar de rechtbank stelt vast dat de controle niet ging om een onderzoek naar belastingontwijking maar om een controle naar aanleiding van een vierde opeenvolgende overtreding van dezelfde soort, namelijk het niet indienen van een aangifte zonder de bedoeling om de belastingen te ontwijken.
Verder ging het over een aangekondigde controle zodat de belastingplichtig echt wel de kans had om een advocaat te raadplegen: het is niet aan de belastingadministratie om er op toe te zien dat de advocaten van de belastingplichtige bijstand verlenen bij dergelijke controle.
En ten slotte, en misschien nog wel het belangrijkste is dat een controle niet beschouwd kan worden als een opsporings- of een gerechtelijk onderzoek.
De belastingplichtige kan zich uiteraard laten bijstaan door een belastingconsulent, een accountant of een advocaat. Maar het feit dat die niet aanwezig is, is geen inbreuk op zijn rechten. Bijstand in fiscale zaken is geen grondrecht, maar een eigen keuze.