Betalingstermijn van 30 of 60 dagen?
De wet van 2 augustus 2002 geldt enkel in het kader van handelstransacties. Dat
zijn transacties tussen ondernemingen, of tussen ondernemingen en
overheidsinstanties, die leiden tot een levering van goederen, een verrichting
van diensten of het ontwerpen en uitvoeren van openbare werken en bouw- en
civieltechnische werken, tegen vergoeding.
Als er geen betalingstermijn of datum in het contract.werd opgenomen, dan lag de
betalingstermijn tot voor kort vast op 30 kalenderdagen. Dat blijft ook zo..
De termijn van 30 dagen vangt in principe aan op de dag dat de schuldenaar de
factuur of een verzoek tot betaling ontvangt. Als die datum niet kan vastgesteld
worden, dan moet er gekeken worden naar de datum waarop de goederen of diensten
ontvangen werden. Ook als de schuldenaar de factuur eerder ontvangt dan de
goederen of diensten, begint de termijn maar te lopen bij de ontvangst van de
goederen of diensten.
Maar de partijen kunnen ook een betalingstermijn overeenkomen. Onder de oude wet
konden de contracterende partijen die termijn vrij bepalen, zonder dat die meer
mocht bedragen dan 90 dagen. Alleen als de schuldeiser een kmo was, en de
schuldenaar dat niet was, mocht de betalingstermijn niet langer zijn dan 60
dagen.
Het was echter een courante praktijk dat de schuldenaar in dergelijke
situaties de betaaltermijn van 60 dagen maar liet aanvangen nadat hij de
goederen uitdrukkelijk had aanvaard. Op die manier kon de schuldenaar in de
praktijk toch een betalingstermijn van 90 dagen afdwingen.
Dat achterpoortje wordt door de nieuwe wet gesloten. De maximale
betalingstermijn is nu 60 dagen, ongeacht of er kmos bij de deal betrokken
zijn, of niet..
Bedingen die voorzien in een langere betalingstermijn dan 60 dagen, worden als
ongeschreven beschouwd, zodat de termijn dan op 30 dagen komt te liggen!
Als de schuldenaar de goederen vanaf nu wil testen op conformiteit, dan maakt de
termijn die hij daarvoor willen voorbehouden, deel uit van de 60 dagen-termijn...
Verder moet de schuldenaar, uiterlijk op het tijdstip van ontvangst van de
goederen of verrichting van de diensten, aan de schuldenaar alle informatie
verstrekken die nodig is om de factuur te kunnen opstellen.
Ingebrekestelling
Als er op de vervaldag niet betaald werd, dan is de schuldenaar meteen, en van
rechtswege (d.w.z. automatisch), een rente verschuldigd, plus een forfaitaire
schadevergoeding van 40 euro. De schuldeiser moet de schuldenaar hiervoor niet
in gebreke stellen: de schuldeiser kan contractueel dus niet afdwingen dat de
schuldenaar geen rente mag vorderen.
Sinds 1 februari
De nieuwe regels zijn van toepassing sinds 1 februari 2022. De nieuwe regelgeving geldt dus zeker voor contracten die sindsdien werden afgesloten.
Ook voor lopende contracten
Maar wat met de lopende contracten? In antwoord op een parlementaire vraag liet
de bevoegde minister van Werk en Economie weten dat hij van mening is dat de wet
(die van dwingend recht is) onmiddellijk van toepassing is op de lopende
contracten.
De gevolgen van die redenering zijn niet min: als een lopend contract in een
looptijd voorziet van meer dan 90 dagen, dan wordt dat beding onder het nieuwe
recht als ongeschreven beschouwd. Dat zou betekenen dat de betalingstermijn dan
terugvalt op 30 dagen en dat er na die 30 kalenderdagen rente en een forfaitaire
vergoeding verschuldigd zijn.
Volgens sommige auteurs heeft de rechter wel
de mogelijkheid om, in de plaats van het beding volledig te negeren, het terug
te brengen naar de maximale wettelijke termijn van 60 dagen.
Het lijkt in elk geval aangewezen om voor de lopende contracten te bekijken of
de nieuwe maximumtermijn niet overschreden werd. Indien dat wel het geval is; is
het belangrijk om de clausule te herzien en ze in overeenstemming te brengen met
de wet.