Aanslag geheime commissielonen verder teruggedrongen
Als een vennootschap niet bekend maakt aan wie zij bepaalde bedragen betaalde, dan moet ze zelf de belasting daarop betalen. Die belasting is niet min, maar er zijn een aantal ontsnappingsroutes. Midden 2021 werd er nog een nieuwe ontsnappingsroute aan toegevoegd.
Aanslag geheime commissielonen
Als u als vennootschap een loon, vergoeding, commissieloon, betaalt, dan moet u steeds bekendmaken aan wie u die som betaalde. Voor de verschillende soorten vergoedingen zijn er verschillende soorten fiches, denken we maar aan de fiche 281.10 voor de lonen en de fiche 281.50 voor de commissielonen, makelaarslonen en andere vergoedingen waarvoor geen factuur werd uitgereikt.
Als u niet meedeelt aan wie u de vergoeding betaalde, wordt de aftrek van de kost verworpen en moet u zelf de belasting op de vergoeding betalen. Typisch zal dat gebeuren als de fiscus naar aanleiding van een controle merkt dat bepaalde uitgaven niet gedocumenteerd werden door facturen of fiches. Dat wijst er volgens de fiscus op dat er een betaling in het zwart gebeurde.
Vroeger bedroeg het tarief van die bijzondere belasting 309%.
Maar in 2020
is het tarief gedaald tot 100%, tenzij u kan aantonen dat de genieter een
rechtspersoon is, dan bedraagt het tarief 50%. In de praktijk betekent dit dat
het tarief 100% bedraagt als de som werd uitgekeerd aan een natuurlijke
persoon.
Ontsnappen aan de bijzondere aanslag
Bij de invoering van het tarief van 50% of 100% creëerde de wetgever twee manieren om de belasting te vermijden. U kan de belasting ontlopen als u kan aantonen dat de genieter van de vergoeding, die vergoeding heeft aangegeven (en de vergoedingen dus hun normale belastingregime ondergaan).
De tweede manier om de bijzondere aanslag te vermijden is om alsnog aan de
fiscus mee te delen wie de genieter van de vergoedingen was. U heeft daar 2 jaar
en 6 maanden de tijd voor.
Er wordt geteld vanaf 1 januari van het betrokken
aanslagjaar.
Stel dat er een vergoeding zou betaald worden in 2021. Dat valt in de meeste gevallen onder aanslagjaar 2022. U heeft dan tijd tot 30 juni 2024 om aan de fiscus mee te delen wie de genieter was van die inkomsten.
Die 2,5 jaar zijn ingegeven door het feit dat de fiscus vervolgens ook nog tijd heeft om de genieter van de inkomsten te belasten.
Derde ontsnappingsroute
In juni 2021 werd daar nog een derde mogelijkheid aan toegevoegd.
Als de
identificatie van de genieter gebeurde ná 2 jaar en 6 maanden, moest u als
vennootschap de bijzondere aanslag betalen. Zelfs als de genieter op de
vergoeding belast was geweest (de eerste ontsnappingsroute). Bij een laattijdige
identificatie speelde dat immers geen rol.
Die ongerijmdheid wordt nu weggehaald: ook als u de genieter van de vergoeding
niet tijdig en op ondubbelzinnige wijze dat is binnen 2 jaar en 6 maanden
kon identificeren bij de fiscus, is de bijzondere aanslag niet verschuldigd als
uw vennootschap alsnog kan aantonen dat de genieter op de vergoedingen
belastingen heeft betaald.